Het Kruis en de Gekruisigde, een ergernis en een dwaasheid of een kracht van God in je leven?

1 Corinthe 1 : 18-25 (18,22)

In vers 18 maakt de apostel Paulus duidelijk, dat de mensheid in twee groepen verdeeld kan worden als het gaat om de vraag hoe de mens het kruis van Jezus Christus bekijkt.

 

Zij die geloven, bekijken het kruis als heel waardevol. Het heeft kracht in hun leven gebracht. Zij weten, dat zij door het offer van de Here Jezus verzoend zijn met God, zodat zij Hem nu hun hemelse Vader mogen noemen. Zij weten, dat zij het eeuwige leven hebben.

 

Zij die niet in de Here Jezus geloven, bezien het kruis als een waardeloos gebeuren. Het zegt hen niets. Het betekent niets voor hen. Het doet hen niets en het raakt hen niet. Zij kunnen er onbewogen naar kijken en er onbewogen over praten. Hun hart blijft koud en onaangeroerd als het gaat om Golgotha.

Als wij naar deze laatste groep kijken - de ongelovigen dus - dan worden zij ook weer in twee groepen onderverdeeld. Iedere groep kijkt op een aparte manier tegen het kruis aan.

 

Zo is er sprake van Joden en Grieken.

Het woord Grieken kan zowel de filosofisch ingestelde mensen uit Griekenland betekenen als de heidenen in het algemeen. Als er sprake is van Joden, gaat het zowel over niet-religieuze Joden als over religieuze Joden.

 

De Grieken kenden het kruis als een afschuwelijke manier om een mens ter dood te brengen. In hun filosofie was het onmogelijk, ja was het een dwaasheid te menen, dat iemand die aan zo'n kruis hing, door dit kruis andere mensen zou kunnen redden en hen in een bijzondere relatie tot God of tot de goden zou kunnen brengen. Het was dwaas en dom om te menen, dat zo'n gekruisigde van enige godsdienstige betekenis voor je kon zijn. Zo'n geloof druiste volkomen in tegen de religieuze opvattingen van de Griekse filosofen.

 

Wie de gedachten van de Grieken bestudeert, merkt, dat veel moderne mensen er de zelfde gedachte op na houden, als de Griekse filosofen deden. Veel moderne mensen menen ook, dat het een belachelijke gedachte is om te menen, dat het sterven aan een kruis en het offeren van wat bloed door de Mens van Nazareth de weg zou zijn waardoor de moderne mens tot God zou kunnen naderen. Men meent, dat dit primitieve gedachten zijn, die voortkomen uit een primitief soort volksgeloof en absoluut niet meer in deze tijd gehandhaafd kan worden.

 

De moderne mens kan er niet bij, dat die ene Man van Nazareth in zijn eentje de straf gedragen zou kunnen hebben voor de zonden van alle mensen. In de eerste plaats is die straf dan erg licht. Als je denkt aan de zonden van alle mensen door alle tijden heen is een nacht bespot worden en een dag aan een kruis hangen van slechts één mens wel een erg lichte straf.

 

In de tweede plaats kan de moderne mens er niet dat de redding dan speciaal zou zitten in het bloed van de Man van Nazareth. Wat was er zo bijzonder aan Zijn bloed? Waarom moest er speciaal bloed vloeien? De moderne mens kan de logica van het "bloed-offer" niet ontdekken of begrijpen. Wij gaan vandaag echter niet dieper in op de mening van de Grieken en van de moderne ongelovige mensen, maar kijken des te meer naar de houding van de Joden.

 

Zelfs al zijn Joden heel oprecht in hun dienen van God en het in acht nemen van Zijn geboden, als zij niet in de Here Jezus geloven, heeft het kruis voor hen dezelfde betekenis als het kruis heeft voor niet-religieuze Joden. Het is voor hen in het bijzonder zelfs een teken van zwakte en mislukking. Het betekent voor hen, dat God Zelf Zijn vloek uitgesproken heeft over de mens die aan het kruis hangt. In vers 23 gaat de apostel Paulus hiermee verder en wijst hij er op, dat het kruis zowel voor Joden als voor Grieken een ongunstige klank heeft. Terwijl het voor de Joden een struikelblok is, zoals hij schrijft, is het voor de Grieken een dwaasheid. Wat wilde de apostel Paulus hiermee duidelijk maken?

 


Het kruis voor de joden: een struikelblok

 

De apostel Paulus gebruikt het Griekse woord "skandalon" om weer te geven, hoe de Joden het kruis bekijken. Dit woord kun je in het Nederlands vertalen als "schandaal". Hiermee werd niet bedoeld, dat het schandalig was, dat de Here Jezus aan het kruis genageld was, maar dat Hij als gekruisigde Zelf een schandaal was.

 

Het woord skandalon heeft verschillende betekenissen: obstakel, struikelblok, aanleiding tot struikelen, steen des aanstoots, ergernis, onzin.

 

De Joden kenden de dood aan het kruis als een doodstraf die vooral door de heidense overheersers gebruikt werd. Voor de Joden was de kruisiging een strafmaatregel die hen voor verschillende godsdienstige problemen stelde. In de eerste plaats was het niet precies vast te stellen wanneer een gekruisigde overleden was. Het hangen aan een kruis betekende niet dat je dood was. Je hing als levende aan een kruis. (Yev. 16:3) Als de roofdieren of roofvogels van het lichaam van een gekruisigde begonnen te eten, was je dan dood of leefde je misschien nog?

 


Waarom kijken de Joden op deze wijze naar het kruis?

 

Er zijn enkele redenen:

 

De Joden verwachtten - op grond van de Bijbel! - een Messias die hen zou redden uit de eeuwenlange nood en die hen vanuit de ellende en de dood naar het leven zou leiden en hen vrijheid en vrede zou brengen. Wat de Here Jezus deed was precies het tegenovergestelde. Hij stierf. In hun ogen was Hij mislukt. Hij had gefaald als Messias en daarmee - naar menselijke maatstaven - was Hij mislukt als Messias. Hij had de beloften uit de Messiaanse profetieën níet vervuld!

 

Wij mogen hier niet snel en gemakkelijk de Joden verwijten maken. Op grond van de boodschap van het Oude Testament zullen wij moeten toegeven, dat zij eigenlijk gelijk hebben. Terwijl er slechts enkele teksten zijn die spreken over het lijden van de Knecht des Heren, terwijl er dan niet bij staat, dat het nu ook over de Messias gaat, gaat het in veel teksten juist over de glorie die de Messias zal brengen.

 

De apostel Paulus maakt in Galaten 3 duidelijk, dat de Joden goed begrepen hebben wat de boodschap en de bedoeling van het kruis is. "Want allen, die het van werken der wet verwachten, liggen onder de vloek; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die zich niet houdt aan alles, wat geschreven is in het boek der wet, om dat te doen. Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek der wet door voor ons een vloek te worden; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die aan het hout hangt." (Galaten 3:10,13)

 

De Joden hebben dit beter begrepen dan veel christenen. Veel christenen staan meewarig en zielig naar het kruis te kijken en zeggen, dat er nooit iemand zoveel lichamelijke pijn geleden heeft als de Here Jezus. Dit is pure onzin. Er zijn heel veel mensen, die veel en veel meer lichamelijke pijn geleden hebben dan de Here Jezus. Kijkt u alleen maar naar die twee mannen die naast de Heer aan het kruis hingen. Terwijl zij nog leefden werden hun benen gebroken. Nu mochten zij van het kruis gehaald worden - daar ging het immers om - omdat de sabbat aanbrak. Zij waren echter nog niet dood. Zij mochten echter niet langer aan het kruis blijven hangen. Pilatus was hierin de Joden ter wille. Nu werden deze mensen levend naar het dal van Ben-Hinnom gebracht, zoals de gewoonte was, waar zij bleven liggen, tot zij stierven. Deze mensen hebben veel en veel meer lichamelijke pijn geleden dan de Here Jezus.

 

Ook wij weten van mensen die als gevolg van een ziekte soms ongelooflijk veel en langdurig geleden hebben, waarbij zij veel meer lichamelijke pijn leden dan de Here Jezus. Realiseer u, dat wij niet verlost zijn door de lichamelijke pijn die de Here Jezus leed. De pijn die Hij leed maakt in feite geen deel uit van het werk der verlossing! Het is ook onjuist wat mensen met pijn soms doen, door te zeggen, dat zij maar niet moeten klagen, omdat de Here Jezus veel meer pijn geleden heeft. Hiermee wordt het heilige van het lijden van de Here Jezus naar beneden gehaald en gebracht op het niveau van het gewone menselijke lijden!

 

De Joden wisten, dat het niet ging om de lichamelijke pijn van de Here Jezus, maar om de betekenis van de wijze waarop Hij stierf: Hij hing aan een paal. In Deuteronomium had God Zelf meegedeeld wat dit betekende: zo'n mens was nu door God Zelf vervloekt. "Wanneer iemand een zonde begaat, waarop de doodstraf staat, en hij wordt ter dood gebracht en gij hangt hem aan een paal, dan zal zijn lijk gedurende de nacht niet aan de paal blijven, maar gij zult hem dezelfde dag nog begraven, want een gehangene is door God vervloekt en gij zult het land dat de Here, uw God, u als erfdeel geven zal niet verontreinigen." (Deut. 21:22,23) Natuurlijk was deze strafmaatregel niet de kruisiging. In Deuteronomium is sprake van mensen die al gedood waren en nu als aanvulling op de doodstraf aan een paal gehangen werden als teken, dat zij door God vervloekt waren! De betekenis van deze strafmaatregel en de kruisiging waren voor God echter hetzelfde.

 

Hier wordt de gelovige stil en realiseert zich, dat de Here Jezus in zijn plaats door God vervloekt is.

 

Het bloed van een dode was voor de Joden onrein. De Joden hadden nu een probleem. Omdat je bij een gekruisigde nooit precies wist, wanneer hij stierf of gestorven was, wist je ook niet op welk moment zijn bloed onrein geworden was. De boodschap van de christenen, dat het Bloed van de Gekruisigde Jezus hen tot heil dient, komt de Joden onwezenlijk voor. Hoe kan het onreine bloed van een door God vervloekte tot heil dienen? In de Talmoed (Oholoth 3:5) wordt speciaal gesproken over het bloed van iemand die gekruisigd is, waaraan de vraag gekoppeld is op welk moment dit bloed onrein wordt. Het gaat hier niet over het bloed van de gekruisigde Jezus, maar over het bloed van een willekeurige gekruisigde Jood.

 

Als de Joden kijken naar al het leed dat hen door de christenen in de Naam van Jezus aangedaan is, is de Naam van Jezus voor hen onlosmakelijk verbonden aan Jodenvervolging en antisemitisme. Het teken van het kruis is de Joden door de christenen voorgehouden als het teken waarin zij vervolgd, vermoord, uitgeroeid, uitgedelgd en vernietigd werden. Het kruis van Christus is voor hen zo beladen, waarbij de christenen het hen ingeprent hebben, dat het kruis te maken heeft met vijandschap voor de Joden, dat Joden niet meer vreugdevol naar dit kruis kunnen kijken. Dit blijkt zelfs uit de wereldwijde internationale hulp die het Rode Kruis biedt. In de gehele wereld werken deze hulpverleners onder het teken van het rode kruis, met uitzondering van de Islamitische wereld, waar zij werken onder het teken van de halve maan en in Israël, waar zij werken onder het teken van de Davidsster.

 

Om al deze redenen is het kruis voor de Joden een ergernis en een struikelblok. In hun geloofsbeleving is het onmogelijk en onlogisch dat Gods redding zou lopen via een kruis. Dat is zo dwaas. Maar, schrijft Paulus, dit op het oog dwaze heeft God nu juist uitgekozen om Zijn weg tot heil van de mens te bereiken.

 


Het ontstaan van de kruis-straf

 

Het is niet met absolute zekerheid te zeggen waar de ontstaansgeschiedenis ligt van het kruis. Aangenomen wordt en het meest waarschijnlijk is, dat dit in Perzië was. Vanuit Perzië heeft deze strafmaatregel zich dan verspreid naar Assyrië, Egypte, Griekenland en Rome. Ook wordt aangenomen dat deze strafmaatregel is opgevolgd door de ophanging, een straf die humaner is dan de kruisiging. Men hing de veroordeelden waarschijnlijk aan een kruis om de aarde niet te verontreinigen door het lichaam van de veroordeelde. In later tijd werd de kruisiging gebruikt door Alexander de Grote van Griekenland. Hierna werd het vooral door de Romeinen toegepast op slaven en niet-Romeinen. Deze straf werd gegeven in zaken van moord, roof en verraad.

 

Aangenomen wordt dat wij voor het eerst van het kruis als doodstraf horen in het boek Esther, waar het gaat om een doodstraf in Perzië. "Zijn vrouw Zeres en al zijn vrienden zeiden tot hem: Laat een paal van vijftig el hoogte maken en zeg dan morgen vroeg tot de koning, dat men Mordechai daarop spietse: daarna kunt gij verheugd met de koning naar het feestmaal gaan. Dit woord beviel Haman en hij liet een paal gereedmaken. Toen zei de koning: Wie is er in de voorhof? Haman nu was juist in de buitenste voorhof van het koninklijk paleis gekomen om de koning te zeggen, dat hij Mordechai zou spietsen op de paal die hij voor hem had opgericht. En Charbona, een der bij de koning dienstdoende hovelingen, zei: Bovendien; zie, de paal welke Haman gemaakt heeft voor Mordechai, die in het belang des konings gesproken heeft, staat bij het huis van Haman, vijftig el hoog. Toen zei de koning: Spietst hem daarop. En men spietste Haman op de paal die hij voor Mordechai had opgericht. Toen bedaarde de gramschap van de koning." (Esther 5:14; 6:4; 7:9,10)

 

In onze vertaling lijkt het alsof het onmogelijk is, dat het hier om een kruis zou gaan, omdat het werkwoord "spietsen" gebruikt wordt. Dit lijkt erop, dat Haman boven op de spitse punt van een paal gelegd zou zijn en daarna om de paal naar beneden gezakt zou zijn. Het woord "spietsen" is echter een vrije vertaling van de Nieuwe Vertaling. De Statenvertaling heeft een geheel ander verslag. Daar is sprake van "hangen aan een galg." Wat voor "galg" wordt hier bedoeld? Is hier sprake van de galg zoals wij die in onze tijd kennen, of is hier sprake van de galg zoals men die in vroeger dagen kende? Nu wordt een veroordeelde met zijn hoofd aan de galg gehangen. Vroeger werd een veroordeelde met zijn armen en benen aan de galg vastgebonden. Zo'n galg noemen wij "een kruis".

 

Haman wilde dan - naar de gewoonten van zijn land - Mordechai aan een kruis ophangen. Hij werd echter zelf aan het kruis gehangen.

 

Het moet u duidelijk zijn, dat als Joden bij een kruis dachten aan wat de Jodenhater Haman gedaan had, namelijk een onvoorstelbaar groot kruis in zijn tuin zetten, dat voor de Joden de verbinding tussen Jezus en Haman snel gemaakt zou kunnen worden, vooral als gevolg van al het lijden dat de christenen de Joden aangedaan hebben. Voor de Joden werd het kruis als het ware de galg van Haman de vervloekte. Zoals Haman als een vervloekte aan de galg van het kruis gehangen had, zo was Jezus nu Hij aan een kruis hing ook een vervloekte!

 


Vele kruisen in Israël

 

Flavius Josephus vertelt in zijn Joodse Historie, 13e boek, hoofdstuk 22 over de Maccabese koning, Alexander I, die de opstandige (Joodse!) stad Bethon veroverde en de gevangenen naar Jeruzalem bracht, waar hij 800 (Joodse!) mannen uit die stad kruisigde en, terwijl zij levend aan het kruis hingen, hun vrouwen en kinderen voor hun ogen liet ombrengen!

 

Flavius Josephus vertelt (in Oudheden 12:256) dat Antiochus IV Joden in Jeruzalem die hun geloof niet wilden opgeven, kruisigde. Ook vertelt hij, dat 2000 opstandelingen door Quintilius Varus gekruisigd werden (Oudheden 17:295). Regelmatig werden er mensen in Israël gekruisigd. Het verschrikkelijkst was toen Titus bevel gaf om dagelijks 500 Joodse krijgsgevangenen te kruisigen (Oorlogen 5:449-51).

 


Hoe verliep een kruisiging?

 

De veroordeelde moest vanaf de plaats van de veroordeling zelf de dwarsbalk van het kruis dragen naar de plaats van de terechtstelling, waar hij onder geselslagen naar toe gebracht werd. Hier werd hij aan de balk vast gespijkerd en aan de paal, die rechtop in de grond stond, opgehesen werd. Hier werd ook de plaat waarop de beschuldiging was aangebracht en die de veroordeelde onderweg om zijn nek gedragen had, aan het kruis bevestigd.

 

Dit bord dat de Here Jezus boven Zich aan het kruis had, heeft de Joden bovenmate geërgerd. Er zijn verschillende zaken waaraan zij zich geërgerd zullen hebben:

 

Er stond dat Jezus "van Nazareth" was, dat wil zeggen, dat Hij "uit de stad van de Spruit" was. Hiermee werd Hij aangewezen als de door Jesaja en Zacharia aangekondigde "Spruit". In het woord "Nazareth" zit namelijk het woord "nazar" / "nezer" dat "Spruit" betekent.

 

Er stond dat Hij Gods Zoon was. De Joden hadden er vrede mee gehad, als geschreven was, dat Jezus dit van Zichzelf beweerd had. Nu stond als een proclamatie van de Romeinse keizer - in wiens naam Jezus aan het kruis hing - dat Jezus de Zoon van God was. Hier maakte de Romeinse keizer de Goddelijke identiteit van de Here Jezus bekend.

 

De woorden zoals ze hier in het Hebreeuws - de heilige taal - stonden, hadden een bijzondere boodschap voor Joodse mensen. Er stond in het Hebreeuws: Jeshoe Hanozri Wemelech Hajehoediem. Deze vier woorden beginnen met letters, die als je ze achter elkaar plaatst, de Naam van God geven: JHWH. Dit was opnieuw een openbaring van Jezus' identiteit en daarmee een bijzondere ergernis voor de Joden.

 

Het lijden aan het kruis was hevig. De dood trad vaak pas na enkele dagen in. In het warme klimaat leed de gekruisigde vreselijke dorst, met als gevolg hevige hoofdpijn. De wonden veroorzaakten hoge koorts. Het lijden kon beëindigd worden door het breken van de beenderen, waarna het slachtoffer op een vuilnisplaats stierf. (In Jeruzalem: Het dal van Ben-Hinnom.) In andere landen kon men het lichaam geruime tijd aan het kruis laten hangen. (ook na het sterven!)

 

Het kruisteken als symbool voor het lijden van Christus is niet direct vanaf het sterven van de Here Jezus als zodanig gebruikt. Pas in de derde eeuw wordt het de gewoonte in de kerk om het kruisteken te gebruiken. Keizer Constantijn de Grote heeft een eind gemaakt aan de kruisiging als doodstraf, omdat het kruis het teken van Jezus' sterven was voor de christenen. Nu het een christelijk symbool geworden was, werden er geen mensen meer door kruisiging om het leven gebracht.

 


Voor de christen is het kruis de kracht van God!

 

In 1 Corinthe 1:18 schrijft de apostel Paulus dat het kruis voor ons als gelovigen juist iets bijzonders is. Het kruis is de kracht van God en... zo ervaren wij dit: het kruis geeft ons kracht van God!

 

Helaas zijn er door alle tijden heen mensen in de kerk geweest die deze kracht van God probeerden in te wisselen door iets anders. Dit andere leek uit de Bijbel te komen, maar het kwam gewoon voort uit de fantasie van de mensen zelf. Natuurlijk probeerden zij er altijd één of enkele Bijbelteksten aan vast te plakken, zodat het leek, alsof hun nieuwe leer van God gegeven zou zijn om hen kracht te geven.

 

Zo hebben wij de mensen gehad en hebben wij ze nog, die in zekere zin de Here Jezus ingeruild hebben voor de Heilige Geest. Alles in hun leven en in hun samenkomsten is gericht op de Heilige Geest. Het gaat om de tekenen van de Geest en om de boodschap van de Geest. In feite hebben deze mensen een nieuw evangelie. Ze hebben niet genoeg aan het evangelie uit de Bijbel, ze kennen het Woord van God heel slecht - zelfs hun geestelijke leiders hebben vaak een enorm gebrek aan Bijbelkennis - daarom hebben ze nu de directe openbaring van de Heilige Geest. Hierdoor verzinnen zij iedere keer iets nieuws waar de gelovigen van onder de indruk komen. Genezingen, spreken in tongen, dansen, vallen in de geest, gouden vullingen in tanden en kiezen, werken met kleuren, vlaggen en banieren. Zij beweren, dat omdat God van kleuren hield in de tabernakel, wij in de gemeentelijke samenkomsten nu ook met kleuren moeten werken. Ook beweren zij, dat omdat de Israëlieten in de woestijn banieren hadden waaraan de stammen te herkennen waren, wij in de samenkomsten ook met vlaggen en banieren moeten werken. Deze mensen beweren, dat de vlaggen symbolisch een extra dimensie aan de liederen geven. Als er over satan gezongen wordt, wordt er boos en heftig met de vlag gezwaaid, als er over God gezongen wordt, wordt er liefelijk met de vlag gezwaaid.

 

Omdat legers een vlag hebben en omdat wij op Koninginnedag de vlag uitsteken, worden in de gemeente de vlaggen gebruikt als teken van strijd of van vreugde. Zelfs dienen de vlaggen om de duivel op de hoogte te brengen dat er strijd is en dat de christenen geloven in de overwinning. Er zijn zelfs mensen, die de vlaggenmast vergelijken met het kruis waaraan de Here Jezus hing... Deze mensen zien de vlag als een heilig voorwerp. Je moet er eerbiedig mee omgaan en niet iedereen is heilig genoeg om de vlag te zwaaien. Anderen menen dat de vlag dient om God iets duidelijk te maken. De vlag is dan ook een onderdeel van de aanbidding. Zo komt de vlag in de plaats van het gebed of naast het gebed. Zoals men in de wereld gebruik maakt van vlaggen, zo zeggen sommigen, zo moeten wij dat ook doen.

 

Denken zij nu echt, dat de Here Jezus tijdens Zijn omwandeling op aarde ook met vlaggetjes zwaaide, of vlaggetjes aan Zijn luisteraars uitdeelde? Denken zij, dat de eerste christenen in hun samenkomsten vaandelzwaaiers in dienst hadden? Deze mensen putten hun kracht niet meer uit het kruis van Christus, maar uit het zogenaamde nieuwe werk van de Heilige Geest. Zij hebben het evangelie van Christus ingeruild voor een nieuw en eigen evangelie. Dan ben je vervloekt, schrijft Paulus in Galaten 1. "Het verbaast mij, dat gij u zo schielijk van degene, die u door de genade van Christus geroepen heeft, laat afbrengen tot een ander evangelie, en dat is geen evangelie. Er zijn echter sommigen, die u in verwarring brengen en het evangelie van Christus willen verdraaien. Maar ook al zouden wij, of een engel uit de hemel, u een evangelie verkondigen, afwijkend van hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt! Gelijk wij vroeger reeds gezegd hebben, zeg ik thans nog eens: indien iemand u een evangelie predikt, afwijkend van hetgeen gij ontvangen hebt, die zij vervloekt!" (Galaten 1:6-9)

 

Neen, wij putten onze kracht niet uit dans of het zwaaien met vlaggen. Wij putten onze kracht uit het kruis van Christus. Wij houden vast aan dat belangrijke Bijbelwoord: "God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende, door hun hun overtredingen niet toe te rekenen." (2 Cor. 5:19) Dat is de boodschap van het kruis. Dat is de boodschap van het offer van Christus, dat ons leven volkomen veranderd heeft en ons dicht bij God gebracht heeft.

 

Paulus schrijft dat hij het kruis predikte. Dat doen wij nog steeds, net zoals Paulus dit deed. Paulus predikte niet de Heilige Geest als Redder. Hij predikte Jezus Christus als Redder. Hij predikte de verzoening door het bloed van de Here Jezus. Hij predikte - zoals wij dat in onze taal soms onder woorden proberen te brengen - dat je als verloren zondaar mag knielen aan de voet van het kruis en daar vergeving van je zonden mag ontvangen.

 

Deze boodschap is met kracht van God in ons hart binnen gekomen. Dit woord van het kruis is zo krachtig, dat het ons uit de verlorenheid gehaald heeft en ons gebracht heeft in de eeuwige behoudenis. Dank God, dat wij deze kracht van God in ons eigen leven hebben leren kennen.