Met Christus verborgen in God

Vandaag heb ik een belangrijke vraag voor u: "Wat is uw relatie met God?" Ik bedoel niet: "Hoe is uw relatie met God, goed of slecht", maar 'Wat is de relatie die u met God hebt?' Anders gezegd: 'Hoe ziet en beleeft u uw relatie met God?'
Het is alsof de Bijbel in dit gedeelte antwoord geeft op deze vraag.

 

"Als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt, streef dan naar wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God. Richt u op wat boven is, niet op wat op aarde is. U bent immers gestorven, en uw leven ligt met Christus verborgen in God. En wanneer Christus, uw leven, verschijnt, zult ook u, samen met hem, in luister verschijnen.
Laat dus wat aards in u is afsterven: ontucht, zedeloosheid, hartstocht, lage begeerten en ook hebzucht-hebzucht is afgoderij."
(Colossenzen 3:1-5)

 

In dit gedeelte gaat het dus over de relatie en verbondenheid die wij als christenen hebben met God de Vader en met de Zoon van God, de Heer Jezus. Daarbij gaat het over onze relatie en verbondenheid nu, terwijl wij gewoon op aarde leven.

 

In dit gedeelte gaat het daardoor ook over het verschil van leven tussen mensen die de Here Jezus volgen en hen die de Here Jezus niet volgen. Hier wordt op 2 verschillen gewezen:

  1. Het verschil in levenswandel, in doen en laten.
  2. Het verschil in levensfilosofie, in denken en beleven.

Centraal staat de oorzaak van dit verschil bij deze mensen: Christus. Daarbij gaat het ook om een heel bijzonder geschenk dat wij als gelovigen van Hem ontvangen hebben.

 


De reden waarom Paulus hier schrijft

 

"Dit alles schrijf ik opdat niemand u met fraaie redeneringen op een dwaalspoor brengt." (Colossenzen 2:4) Hierna volgt:
"Volg de weg van Christus Jezus, nu u hem als uw Heer aanvaard hebt." (:6)

 

GNB: "Ik zeg dat, om te voorkomen dat u zich laat bedriegen door mooie praatjes."

 

Hieruit kun je drie conclusies trekken:

  1. De Gemeente van Jezus Christus is vatbaar voor allerlei onjuiste meningen, leringen en prediking.
  2. Er zijn in alle eeuwen, zoals in de Bijbel voorzegd, predikers en leraars geweest, die een zelf bedachte leer predikten en het deden voorkomen, alsof het van God Zelf was wat zij hun gevolg onderwezen. Zij zijn misleiders, valse leraars en dwaallichten.
  3. De christenen zijn vatbaar om juist onbijbelse leringen aan te horen en gretig als een boodschap van God te aanvaarden. Het is verdrietig om te moeten zien hoe een grote groep christenen haast alleen maar openstaat voor alles wat 'nieuw' is. Als het maar 'nieuw' is, dan aanvaarden zij dit kritiekloos en zonder zich verder af te vragen of het wel Bijbels is waarmee zij zich bezighouden.

De Bijbel waarschuwt met de volgende woorden:

"Ik spoor u aan, broeders en zusters, op te passen voor degenen die tweedracht zaaien en anderen in de weg staan, en die daarmee ingaan tegen alles wat u hebt geleerd. Ga hun uit de weg, want zulke mensen dienen niet Christus, onze Heer, maar alleen hun eigen lusten, en door fraaie en welluidende woorden misleiden ze argeloze mensen."
(Romeinen 16:17,18)

 

Harde kritiek krijgen deze mensen: het gaat in hun leven om hun eigen eer.

 

Het BOEK: "Vrienden, er is nog één ding waarvoor ik u ernstig wil waarschuwen, en dat is het gevaar van scheuring. Sommigen zijn daarop uit. Zij proberen u verkeerde dingen te laten doen, dingen die ingaan tegen wat u is geleerd. Blijf bij hen uit de buurt, want zulke mensen dienen niet de belangen van Christus, maar die van henzelf. Zij zetten altijd hun eigen zin door en als u niet oppast, hebben zij u zo omgepraat. Zij misleiden de eenvoudige gelovigen met huichelachtig gepraat."

 


Wij moeten lezen wat er staat

 

In deze verzen gaat het steeds over 'Christus'. De naam 'Jezus' kom je maar een enkele keer tegen. Het gaat steeds over Christus. Om de betekenis hiervan te verstaan, moeten wij ons realiseren wat de Bijbel hier bedoelt.

 

'Christus' is onze weergave van het Hebreeuwse woord dat letterlijk vertaald luidt: Messias. De Bijbel heeft het in deze verzen niet over de Here Jezus als persoon, maar over Zijn functie, over Zijn bediening. Het gaat niet over Jezus, wie Hij was, maar over de Messias, wat Hij was. Het gaat over Zijn betekenis en Zijn werk. Hoewel het lidwoord 'de' in onze vertaling helaas steeds ontbreekt, moeten wij als wij letterlijk vertalen steeds lezen: ' de ' Christus, de Messias.

 


Het werk van de Messias

 

"Na het lijden dat hij moest doorstaan, zag hij het licht en werd met kennis verzadigd. Mijn rechtvaardige dienaar verschaft velen recht, hij neemt hun wandaden op zich. Daarom ken ik hem een plaats toe onder velen en zal hij met machtigen delen in de buit, omdat hij zijn leven prijsgaf aan de dood en zich tot de zondaars liet rekenen. Hij droeg echter de schuld van velen en nam het voor zondaars op." (Jesaja 53:11,12)

 

Het BOEK: "Maar het was de bedoeling van de HERE dat Hij werd verbrijzeld en met verdriet overladen. Wanneer Hij Zijn leven heeft geofferd voor de zonde, zal Hij talloze nakomelingen krijgen; vele erfgenamen. Hij zal opnieuw leven en Gods voornemen zal bij Hem in goede handen zijn . En als Hij ziet wat allemaal is bereikt door Zijn zware lijden, zal Hij voldoening smaken. Door wat Hij heeft ondervonden, zal mijn rechtvaardige dienaar vele mensen rechtvaardig maken in de ogen van God, want Hij zal al hun zonden dragen. Daarom zal Ik Hem de eerbewijzen geven van iemand, die machtig is en hoog in aanzien staat; want Hij heeft zichzelf in de dood gegeven. Hij werd beschouwd als een zondaar, maar droeg de zonden van velen. Hij pleitte bij God voor overtreders." (:10-12)

 


Over wie gaat het hier?
Wie zijn de 'u'?

 

"Als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt..." (Vers 1) Dit grijpt terug naar 2:20 waar staat: "Als u met Christus dood bent voor de machten van de wereld, waarom laat u zich dan geboden opleggen alsof u nog in de wereld leeft?"

 

Als... betekent gewoon: indien. Het heeft niets te maken met twijfel. Het is bedoeld als voorbeeld. Het maakt duidelijk dat hier gezegd wordt, het geval kan zijn, maar ook niet het geval kan zijn. Alleen als dit het geval is, geldt wat daarna volgt.
Het maakt dus duidelijk, dat alleen als je aan de voorwaarde voldoet, wat daarna volgt, je deel is en je op jezelf kunt toepassen. Als je met Christus gestorven bent, als je dus een gelovige bent, dan geldt voor jou wat hier geschreven staat.

 

Alleen als je met Christus gestorven bent en ook met Hem uit de dood bent opgewekt, alleen als er iets heel bijzonders in je leven heeft plaats gevonden, wordt er een bepaald leven van je verwacht en ontvang je een bijzondere geestelijke, hemelse zegen. Wat hier staat, is dus niet van toepassing op ongelovigen en ook niet op zogenaamde meelopers in de kerk.

 

De centrale boodschap voor gelovigen is: "U bent met Christus dood en opgewekt."

 


De eerste gedachte is: u bent dood

 

"Als u met Christus dood bent voor de machten van de wereld..." (2:20)
Het Griekse woord is apothnesko. Het spreekt van een letterlijk sterven, de natuurlijke dood van een mens.
Hier wordt het echter niet gebruikt van de lichamelijke dood, maar van de geestelijke of figuurlijke dood.

 

Het spreekt van de dood van de Messias aan het kruis op Golgotha en van jouw relatie tot en met Hem. Het gaat over jouw vereenzelviging met Hem. Je staat niet als een buitenstaander figuurlijk naar dat kruis te kijken en je staat niet commentaar te leveren op de Messias aan dat kruis.

 

Het gaat over jouw houding waarbij je je vereenzelvigt met de Redder aan dat kruis. Het spreekt van een houding, een instelling én van een daad. Het is alsof je naar dat kruis toeloopt en tegen Hem aan dat kruis zegt: "Heer, ik wil samen met U aan dat kruis sterven. Ik hoor bij U."

 

Het is de houding van de mens die geestelijk bij dat kruis komt, omhoog kijkt en zegt: "Heer, dank U wel, dat U daar in mijn plaats sterft. Ik wil erbij zijn als U sterft, omdat ik weet, dat U op dit moment ook mijn zonden op U genomen hebt. Ik aanvaard op dit moment uw sterven in mijn plaats."

 

Zoiets heeft invloed op je leven. Het verandert alles in je leven. Dat werd heel duidelijk in de vorige vertaling weergegeven in Ephese 4. " Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen . Gij toch hebt van Hem gehoord en zijt in Hem onderwezen, gelijk dit de waarheid is in Jezus, dat gij, wat uw vroegere wandel betreft, de oude mens aflegt, die ten verderve gaat, naar zijn misleidende begeerten, dat gij verjongd wordt door de geest van uw denken, en de nieuwe mens aandoet, die naar de wil van God geschapen is in waarachtige gerechtigheid en heiligheid."

 

(Ephese 4:20-24)

 

Het wil zeggen, dat als de wereld probeert zijn invloed op je te laten gelden, de wereld dit wel kan proberen, maar dat het geen invloed op je heeft.
Je bent afgesloten voor de invloeden van de wereld.
Je hoort het niet omdat je het niet wilt horen.
Je ziet het niet omdat je het niet wilt zien.
Je voelt het niet omdat je het niet wilt voelen.
Je bent dood omdat je dood wilt zijn!

 

Het is een houding en een instelling. Het tekent je karakter als gelovige.

 


De gelovigen zijn opgestaan
Zij zijn met Christus uit de dood opgewekt

 

"Als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt..."
Het Boek: "Nu u met Christus bent opgestaan uit de dood..."
Het is een voldongen feit voor de gelovige.

 

Wanneer vond dit plaats?
"Toen u gedoopt werd bent u immers met hem begraven, en met hem bent u ook tot leven gewekt, omdat u gelooft in de kracht van God die hem uit de dood heeft opgewekt.
U was dood door uw zonden en door uw onbesneden staat, maar God heeft u samen met Christus levend gemaakt toen hij ons al onze zonden kwijtschold."
(Colossenzen 2:12,13)

 

Steeds meer christenen in allerlei kerken komen tot de conclusie dat hier de besprenkeling van baby's niet bedoeld kan worden. Zij vinden het onzinnig om te denken dat een paar druppels water tezamen met het geloof van de ouders kunnen zorgen voor een complete wedergeboorte van een baby.
Overigens kan er ook geen sprake zijn van een Bijbelse wedergeboorte, als een ongelovige door onderdompeling gedoopt wordt.
Er moet een persoonlijk geloof zijn en er moet op Bijbelse wijze gedoopt worden: door onderdompeling, zoals dit in de Bijbel altijd het geval was.

 

Dan is de doop de bekrachtiging van ons geloof in de Here Jezus. Door ons geloof in de Heer Jezus stierven wij, werden wij begraven en stonden wij op tot een nieuw leven. Dat is het deel van iedere gelovige.
Maar... dit is een zaak van je hart. Dit kan niemand zien. Daarom moet dit zichtbaar gemaakt worden. Dat gebeurt door de doop. De doop maakt zichtbaar wat er in je hart gebeurd is.

 

Daarom heeft de doop geen zin en geen betekenis als hij niet voorafgegaan is door een duidelijke verandering in je hart en in je denken. Eerst komt een mens tot verandering van denken en tot verandering van levensrichting. Daarna laat hij zich dopen en wordt die verandering voor de mensen om hem heen zichtbaar gemaakt.

 


Een prachtige conclusie en belofte

 

"U bent immers gestorven, en uw leven ligt met Christus verborgen in God." (Colossenzen 3:3)

 

Verborgen is de vertaling van het Griekse woord kruptoo. Het betekent:

 

  1. bedekken, verbergen, schuil houden
  2. aan de aandacht ontsnappen
  3. metaf. verzwijgen, geheim houden

Het wil zeggen dat de gelovigen 'verstopt' zijn in de hoede van God. Je bent daar verstopt voor de duivel en de wereld.

 

Het wil zeggen dat je veilig bent in de hoede van de almachtige God. Hij zorgt voor je. Bij Hem kan en mag je schuilen. Vanuit de Bijbel roept hij ons toe, dat wij bij Hem een veilige schuilplaats gevonden hebben.

 


De zekerheid van de belofte

 

Ons leven is met Christus verborgen in God. Zie je op jezelf, dan zou je kunnen twijfelen. Dan kun je je afvragen hoe je zo bij God kunt komen. Maar nu is het gemakkelijk te begrijpen:

 

Zoals wij de verbinding met de Here Jezus zochten toen Hij aan het kruis hing, zo gaat die verbinding met Hem nog steeds door en zijn wij met Hem verbonden in Gods hemelse heerlijkheid.

 

Zoals de Messias niet slechts een aards leven had als Jezus van Nazareth, maar juist gekenmerkt werd als één met God de Vader te zijn, en zoals Hij in die verbondenheid met de hemelse Vader opgenomen is in de Godheid, dus Zelf ook Goddelijk is, zo zijn wij met Hem ook opgenomen in de verbintenis van de hemelse Vader en de Zoon.

 

De apostel Petrus beschreef dit als volgt:
"Zijn goddelijke macht heeft ons alles geschonken wat nodig is voor een vroom leven, door de kennis van hem die ons geroepen heeft door zijn majesteit en wonderbaarlijke kracht. Hiermee zijn ons kostbare, rijke beloften gedaan, opdat u zou ontkomen aan het verderf dat de wereld beheerst als gevolg van de begeerte, en opdat u deel zou krijgen aan de goddelijke natuur."
(2 Petrus 1:3,4)

 

Het Boek: "...Hij geeft ons deel aan Zijn eigen wezen."

 

Hiermee in overeenstemming zijn de volgende woorden:

 

"Want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als verlosser verwachten, die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het aan zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig wordt, naar de kracht, waarmede Hij ook alle dingen Zich kan onderwerpen."
(Philippenzen 3:20,21 NBG)

 


Slot

 

Een paar jaar geleden strafte een alleenstaande moeder haar zoontje van drie-drieeneenhalf jaar, omdat hij haar mooie cadeaupapier genomen had om er een cadeautje in te verpakken. Ze hadden niet veel geld en moesten zuinig zijn. De volgende morgen bracht het jochie zijn cadeau bij zijn moeder en zei: "Hier, mama, voor jou !" Met stomheid geslagen en geroerd pakte de moeder het cadeautje aan.

 

Moeder maakte de doos open, maar ontdekte dat er helemaal niets in die doos zat. Zij keek haar zoon aan en zei: "Waarom geef je mij een lege doos? Dat is toch niet leuk?"

 

Het jongetje kreeg tranen in z'n ogen en zei: "Maar mama, de doos is niet leeg, ik heb hem gevuld met mijn kusjes, allemaal voor jou!". De moeder ontroerde bij deze woorden. Zij sloeg haar armen om haar zoon en gaf hem een dikke keus.

 

Enige tijd later werd het jongetje ernstig ziek en stierf. De moeder heeft de doos nog steeds bij zich, dicht bij haar bed. Elke keer dat het verdriet haar te sterk wordt, pakt zij de doos en neemt er in gedachten een kusje van haar zoon uit en herinnert zich de grote liefde die haar zoon in het cadeau had gestoken.

 

Bestaat er eigenlijk wel een beter cadeau?

 


Een bemoediging

 

Zo hebben wij als het ware een 'doos' - de Bijbel - naast ons, waarin de Heer ons elke dag meedeelt, dat wij als gelovigen veilig zijn in Zijn eeuwige armen. Veilig - vandaag en alle volgende dagen.
Veilig - ook eens in de eeuwige heerlijkheid.