Iedereen heeft weleens angst. Mensen die zeggen dat ze nooit bang zijn, zullen waarschijnlijk liegen.
De een is bang in het donker.
De ander is bang voor spinnen.
De volgende is bang zijn baan te verliezen.
Een volgende is bang voor de toekomst.
Een ander is bang ernstig ziek te zijn of te worden.
Een ernstig zieke is bang voor pijn.
De volgende is bang voor de dood.
Een ander is bang voor de dood en de eeuwige verlorenheid.
Kinderen kunnen bang zijn dat hun ouders gaan scheiden.
Of ze zijn bang door hun ouders te worden afgewezen.
Ze zijn bang om gepest te worden.
Kinderen kunnen ook bang zijn voor allerlei schimmige figuren waarover anderen hebben gesproken, of die ze op de TV of PC gezien hebben.
Iemand schreef: "We leven als een patiënt op de intensive care en zien dat de stekker van de beademing eruit dreigt te vallen, maar we kunnen niet praten en we kunnen het aan niemand
vertellen..."
Angst is een gezonde reactie. Hij kan je op gevaarlijke situaties wijzen. Angst behoedt ons voor veel ongelukken. Angst kan ook een ongezonde zaak zijn. Je kunt dan leven in een doorlopend gevoel
van angst, last hebben van angstaanvallen. Mensen kunnen voor de gekste dingen bang zijn. Waar de ene mens geen last van angst heeft, beeft en siddert de ander alleen al bij de gedachte!
De één is bang voor spinnen, wespen of muizen, de ander voor honden. De één is bang als het onweert, de ander als het 's avonds donker wordt. De één is bang voor spoken en geesten, de ander is
bang voor de boeman, of hoe je de niet bestaande angstaanjager ook wilt noemen.
Je kunt ook bang zijn dat je verlaten wordt. Je kunt zelfs bang zijn, dat als je bepaalde dwangmatige handelingen niet doet, er iets ernstigs met je zal gebeuren.
Je kunt ook steeds bang zijn dat de een of andere akelige ziekte je zal overkomen.
Velen zijn bang voor de opkomst en de groei van de islam, en voor terroristen. Er is zoveel bekend geworden over onderlinge strijd tussen verschillende islamitische groepen en over het feit dat
bepaalde islamitische groepen een grote jodenhaat en christenhaat hebben, dat velen in onze tijd bang zijn voor de groei van de islam in ons land. Ze zijn bang dat ze ook eens op een gruwelijke
manier onthoofd worden, of op andere wijze door de islamieten geterroriseerd zullen worden.
Angstige kinderen
Angstige kinderen hebben vaak lichamelijke reacties zoals buikpijn, huilen, schrikken, in bed plassen of trillen. Kinderen kunnen veel dromen of bang zijn om te gaan slapen.
Sommige kinderen proberen hun angst te overwinnen door te schreeuwen of hard te zingen dat ze niet ban zijn of door agressief gedrag te vertonen, stoer te doen of door driftbuien.
Ouders dienen de angsten van hun kinderen heel serieus te nemen en hen niet te straffen voor de gevolgen van hun angsten. Laat het kind merken dat u niet vindt dat het zich aanstelt. Praat met uw
kind en vraag waarvoor het bang geworden is. Misschien komt het door een vriendje of vriendinnetje. Misschien door een angstaanjagend programma op TV. Houd daarom toezicht op het TV gedrag van uw
kinderen en zorg dat ze geen 'enge' programma's zien! Ga eventueel met uw kind boekjes lezen over kinderen die bang zijn en hun angst overwonnen hebben. Laat uw kinderen merken, dat dit bij hen
ook zo kan werken.
Ga met uw kind 'op stap' en bewandel zijn weg van angst. Laat hem of haar stap voor stap aan de angstige situatie wennen. Is het bang voor een hond? Aait u dan eerst de hond en laat zien dat deze
hond niets doet. Moedig uw kind aan om de hond ook eens te aaien. Dwing het kind niet om te aaien, als het echt niet durft. Pak dus niet zijn hand en ga er de hond mee aaien. U zult zijn angst
alleen maar groter maken. Maar... pas op dat u niet overdrijft. Er zijn immers honden die wel bijten als je ze wilt aaien! Leer uw kind dus niet elke willekeurige hond zo maar te aaien!
Geef uw kind elke keer een complimentje of beloning wanneer hij weer een angst heeft overwonnen.
In erge gevallen kunt u zelf of met uw kinderen naar de huisarts of de GGZ. Maar wij willen u ook wat handvatten geven, die gebaseerd zijn op mensen in de Bijbel die hun angsten overwonnen.
Verlammende angst
Je kunt ook gewoon bang zijn dat je iets doms zegt en daarom bijna niet met anderen durft te praten.
Je verlegenheid kan je ook een angststoornis opleveren.
Onder christenen kan ook grote angst leven. De een is bang voor de duivel, de ander voor de demonen. De een is bang voor God, de ander is bang voor de hel.
Er zijn zoveel angsten en er zijn zoveel mensen die last van angsten hebben.
De angst kan verlammend werken en lichamelijke klachten veroorzaken. We zeggen niet voor niets, dat de angst ons om het hart sloeg. Je krijgt er hartkloppingen van en het angstzweet kan je
uitbreken. De adem kan in je keel stokken. Angst kan dus een verlammend verschijnsel in je leven zijn.
Kinderen kunnen angstig zijn, volwassenen ook. Soms groeien mensen over hun angstgevoelens niet. Angst kan je slapeloze nachten bezorgen. Angst kan je ook regelmatige nachtmerries bezorgen. Angst
kan je hele leven ellendig maken. Het kan heel eenvoudig zijn: je bent bang om te falen of te mislukken, tot angst voor dieren en mensen. Je kunt zó bang zijn, dat je je huis niet meer uit durft.
Er is angst die je makkelijk kunt overwinnen of die je kunt overgroeien. Er is ook angst die je je hele leven kan achtervolgen. Die angst kan zo vreselijk zijn, dat hij je hele leven bepaalt en
je niets meer kunt doen zonder dat doorlopende gevoel van angst, falen en mislukken. Het kan in je jonge jeugd beginnen, je kunt er als het ware mee geboren worden, het kan ook op latere leeftijd
over je gekomen zijn. Je kunt bang zijn dat de lift tussen twee etages blijft hangen en je loopt liever over de trap naar de tiende verdieping, dan dat je de lift neemt. Je kunt bang zijn dat
mensen je naar het leven staan en je durft niet in een restaurant te eten, omdat ze jou weleens zouden kunnen vergiftigen. Je durft misschien aan niemand van je angst te vertellen... Gaat het
hier over jou of over je man of vrouw, broer of zus, vader of moeder, zoon of dochter?
Angst in de Bijbel
Je kunt bang zijn voor de toekomst zoals de Bijbel die beschrijft: "Dan zullen er tekenen zijn aan de zon en de maan en de sterren, en op aarde zullen de volken sidderen van angst voor het
gebulder en het geweld van de zee; de mensen worden onmachtig van angst voor wat er met de wereld zal gebeuren, want de hemelse machten zullen wankelen." (Lucas 21:25,26)
We geven u een voorbeeld van de angst die een bekende koning eens aan de dag legde. David zei: "Banden van de dood omknelden mij, angsten van het dodenrijk grepen mij aan, ik voelde angst en
pijn." (Psalm 116:3)
Hulp uit de Bijbel
De Bijbel is 'het boek der boeken', dat ook hulp biedt in allerlei situaties van ons leven. De Bijbel geeft godsdienstige adviezen, maar ook een vorm van Goddelijke psychologische hulp. De Bijbel
laat je niet in de kou staan met je problemen, ook niet met je angsten.
Mensen die in de Bijbel genoemd worden, kenden ook hun angsten. Luister maar eens naar een gebed van koning David: "Keer u tot mij en wees mij genadig, ik ben alleen en ellendig. Mijn hart is vol
van angst, bevrijd mij uit mijn benauwenis." (Psalm 25:16,17)
David , die in zijn jeugd niet bang was voor de reus Goliath heeft later de nodige angst gekend. Angst voor zijn schoonvader, Saul, angst voor vijandelijke legers, angst voor de gevolgen van zijn
zonde, enz.
De Bijbel leert ons ook wat het antwoord moet zijn op angst: "Angst voor mensen is een valstrik, wie op de HEER vertrouwt, wordt beschermd." (Spreuken 29:25).
David heeft dit als volgt beleefd: "Toen riep ik de naam van de HEER: 'HEER, red toch mijn leven!' De HEER is genadig en rechtvaardig, onze God is een God van ontferming, de HEER beschermt de
eenvoudigen, machteloos was ik en hij heeft mij bevrijd. Kom weer tot rust, mijn ziel, de HEER is je te hulp gekomen." (Psalm 116:4-7)
"Zo is de liefde bij ons werkelijkheid geworden, en daardoor kunnen we op de dag van het oordeel vol vertrouwen zijn, want hoewel wij nog in deze wereld zijn, zijn we als Jezus. De liefde laat
geen ruimte voor angst; volmaakte liefde sluit angst uit, want angst veronderstelt straf. In iemand die angst kent, is de liefde geen werkelijkheid geworden." (1 Johannes 4:17,18)
Het effect van Psalm 23
Deze Psalm heeft meer pijn en angst weggenomen dan alle psychologische toespraken konden doen.
Hij heeft ontelbare boze gedachten, sombere twijfels en grote zorgen uit vele harten verdreven.
Hij heeft mensen in nood getroost.
Hij heeft ontmoedigde mensen nieuwe moed in hun hart gegeven. Hij heeft zieken nieuwe moed gegeven.
Hij heeft het verdriet van eenzamen weggenomen.
Stervende helden zijn blijmoedig gestorven als zij deze Psalm hoorden.
Gevangenen heeft hij bezocht in hun treurige cel en hun daar het gevoel gegeven of zij vrij waren, waarna zij zingen konden tot eer van God.
Slaven heeft hij laten zien dat er boven hun meester een goede Herder stond, die heel dicht bij hen was.
Rouwenden heeft hij vertroost, zodat zij nieuwe kracht kregen om verder te gaan met hun leven.
En nog is deze Psalm nog niet aan het eind gekomen van zijn zegenend werk.
Hij zal zingen voor ons en onze kinderen, totdat wij allen eens de hemelse heerlijkheid zullen binnengaan.
Psalm 23
Hier volgt deze Psalm:
"Een psalm van David.
De HEER is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets. Hij laat mij rusten in groene weiden en voert mij naar vredig water, Hij geeft mij nieuwe kracht en leidt mij langs veilige paden tot eer van
Zijn naam. Al gaat mijn weg door een donker dal, ik vrees geen gevaar, want u bent bij mij, uw stok en uw staf, zij geven mij moed.
U nodigt mij aan tafel voor het oog van de vijand U zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over.
Geluk en genade volgen mij alle dagen van mijn leven, ik keer terug in het huis van de HEER tot in lengte van dagen."
Dit is een overbekende Psalm. Meestal wordt hoofdzakelijk de nadruk gelegd op het feit dat David zegt dat de Here God zijn Herder is. God zegt niet tegen David: "Je bent Mijn schaap." David zegt:
"God, U bent mijn Herder."
Dit is geen wetenschappelijke uitspraak, maar een geloofsuitspraak. Daarom kan David zeggen, dat hij in het geloof nergens gebrek aan heeft.
Wanneer werd deze Psalm geschreven?
David schreef deze Psalm in één van de moeilijkste perioden uit zijn leven. Hij was vluchteling voor zijn schoonvader, Saul.
David was in zijn jeugd een herder. Later werd hij koning. In deze Psalm betrekt hij zijn ervaringen als herder op zijn levenswandel met God. Hij laat in deze Psalm twee situaties zien:
:1-4 God als Herder, de gelovige is als een schaap van de Herder. Het schaap verlaat met de herder de stal en trekt de woestijn in, naar groene weiden en vredig water. De beek is vol water.
Als er vijanden komen, beschermt de herder Zijn schaap gewoon in de woestijn. Zo lang het schaap leeft mag het met de herder mee. Zo mag de gelovige vertrouwen op God die als een herder voor hem
zorgt.
:5-6 God als Gastheer, de gelovige is als gast bij Hem aan tafel. Ook nu zijn er vijanden, daarom haalt God je nu binnen in Zijn heerlijkheid en mag je in Zijn heerlijkheid aan Zijn tafel
genieten van het feestmaal. Zoals het schaap in de woestijn te eten en te drinken krijgt, zo krijgt de gast in de hemelse heerlijkheid overvloed aan Gods tafel.
Nu krijgt de gast te horen dat hij voor altijd mag blijven in het huis van de Heer. Hier is zelfs geen sprake meer van angst.
Je kunt de Psalm zelfs in drie delen verdelen:
:1,2 God is Herder voor de schapen uit zijn stal.
:3,4 God is Gids voor Zijn volk dat Zijn leiding volgt.
:5,6 God is Gastheer voor Zijn kinderen die bij Hem aan tafel zitten.
Deze Psalm spreekt van vreugdevolle dankbaarheid en blijmoedig vertrouwen op God. De Psalm spreekt over het leven hier en nu én over het leven na het sterven, in de eeuwige heerlijkheid.
God als Herder
In een tijd van ellende, vluchten en opgejaagd zijn, schrijft David die prachtige geloofswaarheden: "Ik heb alles wat ik nodig heb, er ontbreekt mij niets."
Hoe kon David zeggen dat hij alles had wat hij nodig had, terwijl hij vol angst zou kunnen zijn en geen huis en geen bed had, geen fatsoenlijk eten, geen waardigheden, enz. Hij kon dit
schrijven omdat hij God had!
Hij leefde net als de Israëlieten indertijd leefden in de woestijn. Ze hadden geen uien, geen komkommers en geen knoflook om te eten. Ze hadden geen graan om brood te bakken. Ze hadden geen
olijfolie voor de olielampjes. Ze hadden geen vruchtensappen, geen Egyptisch bier en geen wijn. Ze hadden alleen manna en water. En toch ontbrak het hun aan niets, want God woonde in hun midden!
Er dreigde gevaar!
David zegt tegen God: "Al gaat mijn weg door een donker dal, ik vrees geen gevaar, want U bent bij mij."
Hij schrijft: "Al ga ik door een dal waar de dood op mij loert!" Wat voor dal is dat?
Het lijkt mij dat David het heeft over het dal van de wadi's. Als je in de woestijn moet overnachten en je kunt niet in een grot of spelonk terecht, wil je toch wel wat beschutting hebben. Dus
zoek je beschutting in een droge beekbedding, dat is een wadi. Maar o wee, als het bij Jeruzalem zou regenen, dan komt het water vanuit Jeruzalem door allerlei wadi's en over de harde rotsbodem
door de woestijn richting Dode Zee. Als zo'n vloed water je in het donker zou overvallen, word je meegesleurd en ben je er geweest. Het is met recht een dal van de schaduw van de dood.
Hoe kan David zeggen dat hij daar niet bang is? Daar móet je gewoon bang zijn.
Hij is niet bang omdat hij weet, dat God ook daar bij hem is. En als er een wild dier op hem afkomt in de wadi, dan heeft God Zijn stok en staf bij Zich om de wilde dieren weg te jagen.
God als Gastheer
De achtergrond van deze gedachte is het leven van de Bedoeïenen in de woestijn, in hun tenten. Wie in de woestijn een tent van een Bedoeïen binnenging of alleen maar aanraakte, genoot de
bescherming van de eigenaar van de tent.
Je vijand kon buiten de tent staan en zien hoe je gastheer jou van allerlei spijzen voorzag. Hij had echter de moed niet om de tent in te gaan. Je gastheer stond borg voor jouw veiligheid. Ook al
was je vijand nog zo dichtbij, je hoefde niet bang te zijn. Je was veilig.
Als de gast later verder reist, blijft hij de bescherming van zijn gastheer genieten. Mocht er toch gevaar dreigen, dan kan hij de volgende boodschap naar zijn gastheer zenden: "Uw zout ligt nog
op mijn tong." Of: "Ik heb uw zout niet verruild." (Dat betekent: Ik heb nog niet bij een ander gegeten. Ik sta nog voor uw aangezicht.) De gastheer is nu verplicht zijn gast te helpen.
Vandaar dat David kan zeggen: "Hoe groot is het geluk dat u hebt weggelegd voor wie u vrezen, dat u bereid hebt voor wie schuilen bij u, heel de wereld zal het zien." (Psalm 31:20)
Aan het feestmaal wordt het hoofd van de gast met olie gezalfd - het is een teken van vreugde. "Daarom heeft God, uw God, u gezalfd met vreugdeolie, als geen van uw gelijken." (Psalm 45:8)
De in Psalm 23 genoemde feestmaaltijd is een tegenhanger van wat de Israëlieten in de tijd van de woestijnreis riepen: Met opzet daagden zij God uit en riepen om eten zoveel als ze wilden. Zij
beledigden God en zeiden: "Zou God in staat zijn een tafel te dekken in de woestijn?" (Psalm 78:18,19)
De toekomstvisie in deze Psalm
1. "Geluk en genade volgen mij alle dagen van mijn leven" (:6a)
Dit gaat over het aardse leven. Geluk en genade bezien vanuit geloofsoogpunt. Geluk en genade, ook als je droog brood moet eten of als je vluchten moet voor de vijand. Geluk en genade omdat God
je Gastheer is!
2. "Ik keer terug in het huis van de HEER tot in lengte van dagen. " (:6b)
De Joodse visie is: onze ziel komt van God uit de hemel en keert eens weer tot God terug in de hemel.
"Tot in lengte van dagen" betekent: "Voor altijd en eeuwig."
En wij...?
Wat doe je met je angsten?
Zo moet je leren op een andere manier naar je angsten te kijken.
Je kunt blijven kijken naar de angsten en jezelf beklagen.
Je kunt ook bij je angsten staan en omhoog kijken naar God en zeggen: "Heer, ik dank U, dat U bij mij bent en voor mij zorgt."
Let op dat David niet tegen de omstanders zei: "God is bij mij."
David zei in een kort gebed: "God U bent bij mij." David bad en vertrouwde op God.. Dat is Hij ook voor ons als wij Hem liefhebben.
Zing steeds opnieuw van God, die aanwezig is in je leven.
Vertrouw niet op je eigen hart, maar vertrouw op God. Hij zal voor je zorgen!
Helpt dit echt?
Ik heb heel wat mensen geadviseerd bepaalde helpende gedachten op papier te zetten en op verschillende plaatsen in huis op te hangen, zodat ze het telkens weer zouden lezen. En het hielp hen
echt. Ik zal het meest opmerkelijke voorbeeld vertellen.
Ik werd opgebeld met de vraag of ik iemand wilde bezoeken die op sterven lag en letterlijk door zijn bed kroop uit angst voor de dood en om daarna voor God te moeten verschijnen. Toen ik hem
bezocht hoorde ik beneden in de gang al zijn gekerm. De familie vertelde mij dat dit al een aantal dagen het geval was en dat zij het niet meer aankonden om ernaar te moeten luisteren.
Ik kwam bij hem. De vreselijke angst voor de dood stond op zijn gezicht te lezen. Hij vertelde, dat hij in zijn gezonde jaren zo'n beetje alles gedaan had wat God verboden had. Nu ging hij
sterven en moest hij voor God verschijnen en rekenschap afleggen van zijn leven. Hij had het werkelijk 'stervens-benauwd'.
Ik vertelde hem over de Here Jezus, over schuldbelijdenis en vergeving. Ik wees hem op het feit dat hij nu eerst met God in het reine moest komen en de Here Jezus als zijn Redder moest
aanvaarden. Hij luisterde aandachtig en wilde graag aan God vertellen, dat hij tot inkeer kwam. Hij bad als volgt: "Here God, ik heb zoveel gedaan wat allemaal niet mocht. Ik wist wel hoe het
zat, maar leefde toch mijn eigen leven. Nu moet ik sterven en ik kan het niet. Ik heb berouw. Wilt U mijn zonden vergeven? Ik dank U dat de Here Jezus ook voor mijn zonden gestorven is. Ik
aanvaard Hem als mijn Redder. Amen."
Op een vel papier schreef ik vervolgens: "Wie in de Zoon [de Here Jezus] gelooft, heeft eeuwig leven." (Johannes 3:36) Dit papier hing ik op hoogte naast zijn bed. Ik zei hem, dat hij iedere keer
naar deze woorden moest kijken en ze lezen en God danken, dat hij - nu hij gelooft - ook eeuwig leven heeft.
De volgende dag belde ik de familie en zij vertelden mij, dat er een wonder gebeurd was. Hij was rustig en vredig. Hij huilde en kermde niet meer, maar lag rustig in bed.
Een paar dagen later bezocht ik hem en daarna bezocht ik hem nog meerdere keren. De rust, de vrede van God, was in zijn leven binnengekomen. De angst voor de dood was volkomen verdwenen.
Gods vrede in je hart
Deze man had toen Gods vrede in zijn hart. In de Bijbel staat, dat je niet kunt begrijpen hoe dit mogelijk is. Maar het is zo. "De vrede van God, die alle verstand te boven gaat, zal uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren." (Philippenzen 4:7) Deze Goddelijke vrede kan ook uw hart vervullen!