Vraag:
Er wordt al jaren gevraagd of wij bloed tijdens ons leven en organen na onze dood beschikbaar willen stellen. Er zijn echter groeperingen die liever doodgaan, dan dat ze een bloedtransfusie
zouden aanvaarden. Mag bloedtransfusie dan eigenlijk toch niet? Ook zijn er mensen die zeggen dat het een daad van naastenliefde is als je je organen beschikbaar stelt, zodat ze na je dood voor
een ander te gebruikt kunnen worden. Men zegt dat je dan een soort Barmhartige Samaritaan bent geworden. Kunt u hier iets meer over vertellen?
Antwoord:
Het leven van de mens heeft de hoogste waarde van al het geschapene. Niet slechts omdat de mens verstand heeft, want ook de mens die de verstandelijke vermogens mist, heeft een leven van de
hoogste waarde. De mens is het enige wezen, waarin God de levensadem, de ziel geblazen heeft (Genesis 2:7). Daarom moet dit leven te allen tijde beschermd worden. Daarom moet altijd gepoogd
worden het leven van de mens te redden. Dat is de opdracht voor de arts en voor ons als mensen onder elkaar.
In Leviticus 19:16 wordt dit als volgt onder woorden gebracht: "Gij zult niet staan tegen het bloed van uw naaste" (Staten Vertaling). Dit betekent: "Je mag je niet afzijdig houden van het bloed
van je naaste", "Je mag niet onverschillig staan tegenover het bloed (d.i. het leven) van je naaste."
Wie bloed afstaat om daarmee het leven van een ander te redden, staat niet onverschillig tegenover het leven van zijn naaste. Hij doet daarmee een goed werk. Hetzelfde geldt voor wie besluit
orgaandonor te worden. Wie tijdens zijn leven één of meer organen afstaat om daarmee het leven van een ander te redden, staat niet onverschillig tegenover het leven van zijn naaste. Te denken
valt hierbij aan iemand die bijvoorbeeld een nier afstaat om een ander die in levensgevaar verkeert (in dit geval kan dit een eigen kind zijn) te redden.
Wie bepaalde organen of weefsel na zijn dood wil afstaan, moet bij zijn overweging en besluit zorgen, dat aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het zal duidelijk zijn, dat wie een donorcodicil bij zich draagt, hierop moet vermelden welke organen wel en welke niet genomen mogen worden.
Niemand mag echter verplicht worden of zich verplicht voelen om organen of weefsel af te staan. Het is een goede daad, die volledig berust op de vrijwilligheid van de mens.
Hiermee is deze vraag zo kort mogelijk beantwoord. Maar... hiermee is beslist niet alles gezegd over orgaandonatie. Er wordt door de voorstanders veel en veel te gemakkelijk gesproken over orgaandonatie. Er zijn ook ernstige gevaren aan verbonden. Meer daarover kunt u lezen in onze brochure Orgaandonatie, de Bijbel en ik.