U kunt deze studie meeluisteren:
Openbaring 17:1-18
Openbaring 17:1-24
BABYLON, DE GROTE HOER
Openbaring 17
1 Een van de zeven engelen met de offerschalen kwam op me af en zei: ‘Ik wil je laten zien hoe de grote hoer die aan talrijke waterstromen zit, veroordeeld wordt.
2 De koningen op aarde hebben ontucht met haar gepleegd, en de mensen die op aarde leven hebben zich bedronken aan de wijn van haar ontucht.’
3 Ik raakte in vervoering, en hij nam mij mee naar de woestijn. Ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest vol godslasterlijke namen, met zeven koppen en tien horens.
4 Ze droeg purperen en scharlakenrode kleren en gouden sieraden, edelstenen en parels. In haar hand had ze een gouden beker vol gruwelijkheden, al haar liederlijke wandaden,
5 en op haar voorhoofd stond een naam met een geheime betekenis: ‘Het grote Babylon, moeder van alle hoeren en van alle gruwelijkheden ter wereld’.
6 Ik zag dat de vrouw dronken was van het bloed van de heiligen en het bloed van hen die van Jezus hadden getuigd. Ik was ontzet toen ik haar zag.
7 Toen zei de engel: ‘Waarom ben je zo ontzet? Ik zal je de betekenis onthullen van die vrouw en het beest waarop ze zit, met zijn zeven koppen en tien horens.
8 Het beest dat je zag, was, en is niet; het stijgt binnenkort op uit de onderaardse diepte en zal vernietigd worden. Alle mensen die op aarde leven van wie de naam niet vanaf het begin van de wereld in het boek van het leven staat, zullen verbaasd zijn bij het zien van het beest, omdat het was, niet is, en toch weer zal zijn.’
9 Hier komt het aan op wijsheid en inzicht.
‘De zeven koppen zijn zeven heuvels waarop de vrouw zit, en het zijn zeven koningen.
10 Vijf van hen zijn omgekomen, één is er nu, en de laatste moet nog komen en zal dan maar kort blijven.
11 Het beest dat was, en niet is, is zelf de achtste koning, al is het een van de zeven, en het zal vernietigd worden.
12 De tien horens die je zag zijn tien koningen die nu nog geen koning zijn, maar straks samen met het beest voor één uur koninklijke macht zullen krijgen.
13 Ze hebben allemaal hetzelfde doel voor ogen en dragen hun macht en gezag over aan het beest.
14 Ze binden de strijd aan met het lam, maar het lam zal hen overwinnen. Want het lam is de hoogste heer en koning, en wie hem toebehoren, wie geroepen zijn en uitgekozen, zijn trouw.
15 De waterstromen die je zag, ‘zei de engel, ‘waar de hoer aan zit, zijn vele landen en volken en stammen.
16 De tien horens die je zag en het beest zelf zullen een afschuw krijgen van de hoer en ze zullen haar te gronde richten. Ze zullen haar uitkleden, haar vlees eten en haar in brand steken.
17 Want God heeft hen ertoe aangezet om zijn plan uit te voeren, zodat ze allemaal met hetzelfde doel voor ogen hun macht aan het beest overdragen, tot wat God gezegd heeft werkelijkheid wordt.
18 De vrouw die je zag is de grote stad, die heerst over de koningen op aarde.’
Openbaring 16 vertelt over grote oordelen.
Openbaring 17 vertelt over de grote hoer.
Openbaring 18 vertelt over de grote stad.
Beschrijving van deze vrouw
Een wonderlijk beeld
„Ik raakte in vervoering, en hij nam mij mee naar de woestijn. Ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest vol godslasterlijke namen, met zeven koppen en tien horens.” (:3)
De algemene gedachte
De algemene gedachte die door de eeuwen heen ontwikkeld is, is dat het hier gaat over de stad Rome met de Rooms Katholieke kerk. Rome is gebouwd op 7 heuvels, dus moet volgens deze uitleggers hier naar Rome verwezen worden. Rome zit weliswaar niet aan vele wateren, er stroomt maar één rivier: de Tiber, maar dat neemt men voor lief. Men weet dat in Jeremia 51:13 geschreven staat dat Babel in Mesopotamië aan vele wateren zit, maar daar besteedde men verder geen aandacht aan. Men weet dat er bij Rome geen woestijn is en bij het huidige Irak wel, maar dat legde men gewoon naast zich neer. Men weet ook dat het woord ‘hoer’ in het Oude Testament gebruikt wordt voor Ninevé (Nahum 3:1-4) en Tyrus (Jesaja 23:15), islamitische steden, maar ook dat neemt men voor lief.
Het begon met de stad Rome en zijn keizers. De zeven koppen zag men als 7 keizers van Rome, geteld vanaf de eerste eeuw. Een probleem was wel, wie als eerste geteld moest worden: Julius Caesar
Augustus? En moesten de keizers die slechts heel korte tijd geregeerd hadden ook meegeteld worden? (Zoals Otho, Galba en Vitellius). Er zijn overigens veel meer keizers van Rome geweest.
Algemeen begint men te tellen bij keizer Augustus die regeerde van 27 voor Christus - 14 na Christus.
De tweede keizer is dan Tiberius (14-37).
De derde keizer Gaius Caligula (37-41).
De vierde is Claudius (41-54).
De vijfde is Nero.
De zesde is Vespasianus. Hij regeert als Johannes zijn profetie ontvangt.
De zevende is dan Titus (79-81).
De achtste wordt dan Domitianus (81-87).
De afgebroken hoorn die zal terugkeren verwachten deze geleerden dat dit Nero zal zijn, die eens uit de dood zal opstaan. De achtste is dan niet Domitianus, maar de herrezen Nero.
Het ging verder met de stad Rome en zijn christelijke kerk. Velen menen een duidelijk beeld van Rome te zien in de beschrijving van Babylon in Openbaring 17. Zij menen dat wij hier een combinatie
hebben van de Katholieke wereldkerk met de Wereldraad van kerken. Een aantal mensen meent zelfs dat de antichrist een paus zal zijn.
De Katholieke kerk zit als het ware aan vele wateren met stromen van bloed van allen die door de kerk vervolgd, gemarteld en gedood zijn. Vooral de evangelische gelovigen in Italië en Frankrijk
moesten het ontgelden. De namen van de evangelische gemeenten uit die tijd zijn bijna geheel uitgewist. Haast niemand weet nog om wie het ging als je hun namen noemt: Waldenzen, Albigenzen,
Hugenoten, enz.
Niet alleen heeft de Katholieke kerk deze evangelische gemeenten zwaar vervolgd, ook heeft de kerk kans gezien de ontwikkeling van de protestantse (reformatorische) geloofsbeleving in landen als
Italië, Frankrijk, Spanje, Portugal, Ierland, Oostenrijk en vele andere landen tegen te houden.
De Katholieke kerk in de eindtijd
Er leeft bij veel christenen de gedachte, dat in de eindtijd het oude Romeinse rijk zal herstellen. Toen de EEG in zijn beginperiode was, zagen velen hier dan ook het herstel van het oude
Romeinse rijk. Wat zij echter vergaten, was, dat dit oude Romeinse rijk in twee delen verdeeld kon worden: het Romeinse rijk van het Westen, dus van Europa, en het Romeinse rijk van het Oosten,
van Turkije in Oostelijke richting!
In hun kijk zagen zij dan ook de antichrist uit het West Romeinse rijk voortkomen, dus uit Europa, ja, uit Rome.
Een probleem
Is er enige aanleiding in de Bijbel, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament om aan te nemen dat het hier niet gaat over het letterlijke Babylon, maar dat het hier gaat over Rome? Wordt er
ergens in het Oude Testament gezegd dat Rome een zeer groot gevaar voor de Joden betekent? Wordt er ergens in het Oude Testament een oordeel over Rome uitgesproken? Nergens!
Wordt er in het Oude Testament dan wel een oordeel over het letterlijke Babylon uitgesproken - vooral in verband met de eindtijd? Nou en of!
Hoewel de algemene gedachte onder de christenen is, dat met Babylon de stad en het rijk van Rome bedoeld worden, en dat er de wrede kerk van de eindtijd mee bedoeld wordt, ik geloof dit niet. Er
zijn geen redenen om Babylon te veranderen in Rome. In 1 Petrus 5:13 lezen wij ook over Babylon. Er is dan niemand die dit wil veranderen in Rome. „De uitverkorenen in Babylon en mijn zoon Marcus
groeten u.”
De eerste brief van Paulus in de Bijbel zegt ook gewoon: „ Aan allen in Rome, geliefden van God, geroepen om zijn heiligen te zijn. Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heer Jezus
Christus.” (Romeinen 1:7) Er staat niet: „Aan allen die in Babylon zijn...” Zo ook in Romeinen 1:15 „En daarom is het mijn wens het evangelie ook aan u in Rome te verkondigen.”
Zie ook 2 Timotheüs 1:17 „Toen hij in Rome kwam, is hij meteen naar me op zoek gegaan, en hij heeft me ook gevonden.”
Rome is Rome en Babylon is Babylon. Het is een uitvinding van de kerk om Babylon te veranderen in Rome. Zij die van Babylon een kerkelijk systeem willen maken, dienen zich te realiseren dat in
Openbaring 18 Babylon gewoon een ‘stad’ genoemd wordt.
Wie is de grote hoer?
“Het grote Babylon, moeder van alle hoeren en van alle gruwelijkheden ter wereld”. (:5)
In 14:8 hoorden wij ook al over Babylon: „Hij werd gevolgd door een tweede engel, die uitriep: ‘Gevallen, gevallen is Babylon, die grote stad, die door haar ontucht alle volken de wijn van haar
wellust heeft laten drinken.’
Vervolgens in 16:19 hoorden wij: „De grote stad viel in drie stukken uiteen en de steden van alle volken werden verwoest. Het grote Babylon moest het ontgelden: God gaf het de beker met de wijn
van zijn hevige woede.”
Zie verder ook Openbaring 18:10,16,19 en 21.
Wie en wat wordt hier bedoeld met ‘Babylon’? Het gaat over een vrouw die zowel aan vele wateren zit (:1) als in de woestijn zit (:3). Dit beeld heeft geen betrekking op een ver verleden, maar op
de eindtijd.
De ‘koningen’, dat zijn de wereldleiders hebben de nodige contacten en afspraken met haar gemaakt.
Het beeld wordt ons als een geheimenis gepresenteerd: „Op haar voorhoofd stond een naam met een geheime betekenis.” Dit herinnert ons aan een andere islamitische stad, Tyrus in Libanon, waarvan
gezegd wordt, ‘dat het voor alle koninkrijken op aarde zal ze de hoer spelen, overal ter wereld.’ (Jesaja 23:17) Ook Ninevé uit Irak wordt een hoer genoemd (Nahum 3:4).
Het is begrijpelijk dat veel uitleggers van de Bijbel gezocht hebben naar een achterliggende betekenis bij dit Babylon. Wat wordt ermee bedoeld? De ‘waterstromen’ uit vers 15 zijn ‘vele landen en
volken en stammen’.
Babylonië in vroeger tijden
In de begintijd van de mensheid was Babel een belangrijke stad. De stad was gesticht door Nimrod. Hij was de politieke leider van stad en land.
Nimrod was getrouwd met Semiramus, een schoonheid van een vrouw, die als een soort hogepriesteres het volk leidde in de afgodische hoererij.
Vers 4 kan dan ook toegepast worden op Babylon van de eindtijd, maar ook op Semiramus: „Ze droeg purperen en scharlakenrode kleren en gouden sieraden, edelstenen en parels. In haar hand had ze
een gouden beker vol gruwelijkheden, al haar liederlijke wandaden.”
Bijbelse principes, die wij moeten weten bij de uitleg van het profetisch woord:
Overeenkomst met Jeremia 51
1 Dit zegt de HEER: Ik ontketen een vernietigende storm over Babel, over de bevolking van Leb Kamai.
2 Ik stuur vreemde volken op hen af. Die zullen hen uiteenslaan,
ze plunderen het hele land. Op die onheilsdag komen ze van alle kanten op hen af.
4 In Chaldea zullen velen sneuvelen, ze liggen doorstoken in de straten,
5 want het land boet voor zijn schuld tegen de Heilige van Israël.
God laat Israël niet als weduwe achter, de HEER van de hemelse machten laat Juda niet in de steek.
6 Vlucht uit Babel, red het vege lijf, ontloop de straf voor Babels schuld. Dit is het tijdstip dat de HEER zich wreekt, de stad krijgt haar verdiende loon.
7 Babel was een gouden beker in de hand van de HEER, een beker die de hele wereld dronken voerde. Alle volken dronken van de wijn, daardoor zijn ze zo waanzinnig.
8 Plotseling valt Babel, hef een klaaglied aan! Haal balsem die haar pijn verlicht, misschien geneest ze nog.
9 Maar de artsen zeggen: “We hebben geprobeerd haar te genezen, ze was niet te redden. Laat haar achter, wij gaan terug naar ons eigen land. Deze straf gaat elke aardse maat te boven,
dit vonnis reikt tot aan de wolken.”
13 Volk van Babel, je woont tussen grote rivieren, te midden van grote rijkdommen, maar je einde is gekomen, je levensdraad wordt doorgesneden.
20 ‘Medië [= PERZIE, = IRAN!!], je bent mijn strijdhamer,
mijn wapen in de strijd [TEGEN IRAK, BABYLONIE].
Met jou verbrijzel ik volken, vernietig ik koninkrijken.
24 Israël, ik zal ze laten boeten, de inwoners van Babel en Chaldea, voor alles wat ze voor jouw ogen in Sion hebben aangericht spreekt de HEER.
25 Babel, berg die alles vernietigt, die heel de aarde verwoest,
ik grijp je vast en gooi je in de diepte spreekt de HEER , ik maak van jou een berg van as.
36 Daarom dit zegt de HEER: Ik zal voor jullie recht opkomen,
ik zal jullie wreken. Ik zal de Eufraat laten opdrogen, de watertoevoer leg ik droog.
37 Babel wordt een berg van puin, een oord voor jakhalzen.
Het is huiveringwekkend, ademstokkend, alle inwoners zijn verdwenen.
47 Maar houd voor ogen dat de tijd zal komen dat ik de afgoden van Babel zal straffen. Heel het land is dan ontredderd, de straten zijn bezaaid met lijken.
48 Als de verwoester uit het noorden aanstormt, juichen hemel en aarde over Babels lot, al wat er in de hemel en op aarde leeft
spreekt de HEER.
49 Babel zelf moet vallen, zoals tallozen door Babel vielen, in Israël, ja, overal ter wereld.
53 Ook al reikt hun stad tot aan de hemel, ook al bouwt men torenhoge vestingen, ik stuur een vijand die haar zal verwoesten spreekt de HEER.
In het OT is Babel een land, een stad en een godsdienst
Een aantal teksten uit het Oude Testament, die wij hier in Openbaring 17 en 18 bij de beschrijving van Babel weer terugkomen:
Jesaja 13:21 = Openbaring 18:2. Openbaring 18:2 noemt Babel een woonplaats van demonen en een schuilplaats van alle onreine geesten en een schuilplaats van alle onrein en verfoeid gevogelte.
Jesaja 13:21 zegt, dat de huizen vol uilen zijn en dat de veldgeesten er rondhuppelen.
Jesaja 24:8,10 = Openbaring 18:22. Openbaring 18:22 zegt, dat geen stem van citerspelers en zangers, van fluitspelers of bazuinblazers meer in Babel gehoord zal worden. Jesaja 23:8 zegt, dat de
vrolijke tamboerijnen zwijgen, het rumoer der uitgelatenen heeft opgehouden en de vrolijke citer zwijgt.
Jesaja 47:5,7 = Openbaring 17:18 en 18:7,8
Jeremia 50:15 = Jeremia 51:24-49 = Openbaring 18:6
Jeremia 51:6,45; 50:8 = Openbaring 18:4
Jeremia 51:7 = Openbaring 17:2,4. Openbaring 17:2,4 zegt, dat Babel in haar hand een gouden beker had en dat zij die op de aarde wonen, dronken geworden zijn van de wijn van Babels hoererij.
Jeremia 51:7 zegt: "Babel was in des Heren hand een gouden beker die de gehele aarde dronken maakte; van zijn wijn dronken de volken..."
Jeremia 51:8 = Jesaja 21:9 = Openbaring 18:2. Jeremia 51:8 zegt: "Plotseling is Babel gevallen..." en Openbaring 18:2 zegt: "Gevallen, gevallen is de grote stad Babylon..." Zie ook Openbaring
14:8
Jeremia 51:9 = Openbaring 18:5
Jeremia 51:13 = Openbaring 17:1. Openbaring 17:1 spreekt over de grote hoer, die zit aan vele wateren. Jeremia 51:13 spreekt over "Gij, die aan grote wateren woont".
Jeremia 51:25 = Openbaring 18:8
Jeremia 51:63,64 = Openbaring 18:21. Jeremia 51:63,64 zegt: "En wanneer gij dit boek uitgelezen hebt, bind er dan een steen aan en werp het midden in de Eufraat, en zeg: Evenzo zal Babel zinken
en niet weer bovenkomen, tengevolge van het onheil dat Ik erover breng." Openbaring 18:21 zegt hier: "En een sterke engel nam een steen op als een grote molensteen en wierp hem in de zee,
zeggende: Zó zal Babel met geweld geworpen worden..."
Hier in het Oude Testament gaat het bij Babel niet om een wereldkerk van de eindtijd, maar om een letterlijk Babel, dat in Jesaja 47 al als een hoer beschreven wordt.
God Zelf zal het oordeel over Babel vellen.
Waarom oordeelt hij deze stad zo zwaar?
Zie Openbaring 18:5,6
Jeremia 51:11
Jeremia 51:24
Jeremia 51:55,56
Jeremia 51:64
Het beest was, is niet en zal opkomen uit de afgrond
Dit kan toch niet van Rome gezegd worden? In welke tijd van de wereldgeschiedenis was Rome ‘afwezig’? Nooit. Het kan wel van Iran en Irak gezegd worden. Ook van Edom, Ammon, Moab en Arabië. In de
tijd van het Oude Testament waren zij al min of meer ‘verdwenen’. Zij zijn echter in de laatste eeuw teruggekeerd op het wereldtoneel en spelen een belangrijk woordje mee op het
wereldtoneel.
In de tijd van het Oude Testament was Babylon een wereldmacht. Dit begint het steeds meer opnieuw te zijn. De beschrijving die wij hier van Babylon hebben is niet een beschrijving van wat Babylon
in een ver verleden gedaan heeft, maar van wat het in de komende periode van de grote verdrukking zal doen en in de aanloop naar die periode.
Duidelijk blijkt uit Openbaring 17 dat het eindtijd Babylon een grote binding heeft met het beest uit Openbaring 13:1-10; het beest uit de zee, dat zeven koppen en tien horens heeft. Het beest is
nu scharlakenrood van kleur; dat is de kleur van de zonde (vgl. Jesaja 1:18) en van bloed. Babylon is verbonden met het eerste beest, dat is: de antichrist!
Babylon is dronken van het bloed van twee groepen mensen:
1. De heiligen, dat zijn de Joden!
2. De getuigen van Jezus, dat zijn de christenen!
Velen hebben gedacht dat de antichrist uit Rome zou voortkomen, dat hij dus een Europeaan zou zijn. Er is echter geen aanwijzing in de Bijbel dat wij dit moeten denken. Als wij de Bijbel ook hier
letterlijk nemen en Babylon gewoon Babylon laten zijn, kunnen wij niet anders dan ervan uit gaan, dat de antichrist uit het Midden Oosten zal komen, ja uit Babylonië!
Dan zal hij dus een moslim zijn!
In korte tijd is de islam een wereldgodsdienst en een wereldmacht aan het worden.
Vers 12 wijst erop, dat er een bondgenootschap van 10 ‘koningen’, wereldleiders zal zijn, dat de strijd tegen Israël zal strijden.
Welke koningen/wereldleiders worden hier bedoeld? Landen als Rusland, Amerika, Duitsland, Frankrijk en nog een aantal andere? Nee! Het gaat hier over landen die vanuit de Arabische wereld een
bondgenootschap vormen tegen Israël. Het gaat - en laten wij het maar duidelijk zeggen: om een islamitische poging om onder aanvoering van de islamitische antichrist, de Mahdi, Israël van de
kaart te vegen.
Het blok van landen dat onder leiding van de islamitische antichrist zal pogen de Joden volledig uit te roeien, zal dit doen in de tijd van de grote verdrukking. Hoewel wij nu al een
voorbereiding voor die periode kunnen zien, gaat het over een toekomstig gebeuren. Zoals alle oordelen in het Boek Openbaring betrekking hebben op toekomstige gebeurtenissen ten tijde van de
grote verdrukking, zo zal dit ook het geval zijn met wat hier in Openbaring 17 beschreven is.
De Babylonische hoer zal zitten aan vele wateren, wat wil zeggen, dat veel volken zich achter haar zullen scharen (:15; vgl. 5:9). Alle volken die het Babylonische karakter dragen, zullen zich
achter Babel scharen. Het karakter waarover het gaat, is het karakter van de hoer. Dat verwijst naar een gemeenschappelijke godsdienst, die wij niet anders kunnen definiëren dan als de
islam!
Vergeet hierbij niet, dat Joël 3 duidelijk spreekt over de volken rondom Israël die zullen pogen de Joden uit te roeien.
„Maakt u op en komt, alle volken van rondom, en verzamelt u. Doe, o HERE, uw helden daarheen afdalen. Laat de volken opstaan en oprukken naar het dal van Josafat, want daar zal
Ik zitten om alle volken van rondom te richten.” (Joël 3:11,12 NBG)
In de islamitische leer over de eindtijd wordt gedacht dat de strijd tegen Israël zal beginnen in Chorasan, dat in Perzië ligt, dat is in het huidige Iran. Samen met Turkije en alle andere
islamitische landen zullen zij oprukken om Israël te vernietigen. Hierbij is iedere moslim verplicht om mee te doen in de strijd, zelfs al zou hij kruipend door de sneeuw moeten komen.
In het Oude Testament horen wij al oordeelsaankondigingen over toenmalige volken, die wij nu kennen als islamitische volken: Egypte, Libië, Midian, Edom, Gaza met zijn Palestijnen, Libanon (Tyrus
en Sidon), Syrië (Damascus), Arabië, Iran en Irak.
Deze volken zullen mogelijk aanvulling krijgen uit verder af gelegen islamitische landen als Pakistan en Afghanistan.
Denk eraan, dat de Bijbel geen Europese landen noemt als eindtijd vijanden van Israël. De vijandschap zal uit de islam komen!
Nu reeds zien wij bij terroristische groepen binnen de islam de lust tot moorden en bloed vergieten. Het woord vrede kent de islam niet voor niet-moslims, alleen voor moslims van de eigen groep.
Verder verheerlijkt de islam de dood en het bloed vergieten. Wat wij vandaag zien in al die onthoofdingen is ondenkbaar dat Europese mensen dit zouden doen. Hier beantwoordt de islam aan het
beeld dat de Bijbel in dit hoofdstuk schetst.
De gebeurtenissen van de afgelopen dagen waarin de weg geplaveid moet worden voor een vredesverbond met Iran, lijkt op wat Daniël 9 zegt: eerst een vredesverbond voor 7 jaar jaar, dan komt de
antichrist die zich in de tempel van Jeruzalem zal zetten om als god vereerd te worden. Deze gedachte hebben de moslims overgenomen. Zij geloven dat in die periode van vrede hun verlosser, de
Mahdi zal komen.
Nu al staan de legers van IS op een afstand van 200 km. van Rome om Europa binnen te trekken. Een van hun mensen maakte het volgende bekend: „Wij zullen Rome overwinnen, jullie kruizen breken en
jullie vrouwen tot slaven maken, zo Allah het wil.”
In het Midden Oosten hebben de terroristen van de islam al velen vermoord. Zij kennen geen genade. Uit het nieuws horen wij bijna elke dag over wreedheden van IS, Al Qaida, Boko Haram en Al
Shabab.
De christelijke uitleg is onjuist
Deze strijd zal eindigen als Jezus wederkomt, zoals beschreven is in Openbaring 19:11-21.
Wij kunnen er niet omheen, dat de volken die in het Oude Testament als vijanden van Israël beschreven worden - ook in verband met de eindtijd - allemaal islamitische volken en landen zijn. De
islam zal zich ontpoppen - wat zij al jaren doet - als de grootste vijand van de Joden (en van de christenen!).
Mohammed heeft aangekondigd - zeg maar: geprofeteerd - dat de dag van het oordeel niet zal komen als niet eerst de stammen van de islam de stammen van Israël vernietigd hebben en daarna de
stammen van de andere volken op aarde vernietigd hebben. Bekend is zijn uitspraak dat in die tijd de bomen en de rotsen zullen roepen: „Er heeft zich een Jood achter mij verborgen; kom o moslim,
kom en dood hem” (Sahih Al-Boekhari). De wereldgeschiedenis zal volgens de islam dus pas eindigen, als eerst de moslims de Joden uitgeroeid hebben!
Het einde van de islam
Het zal met deze volken gaan zoals het in de tijd van het Oude Testament ook ging met de vijanden van Israël. God zond hen toen en zal ook deze volken een geest van verwarring zenden, waardoor
zij onderlinge verdeeldheid krijgen.
„De tien horens die je zag en het beest zelf zullen een afschuw krijgen van de hoer en ze zullen haar te gronde richten. Ze zullen haar uitkleden, haar vlees eten en haar in brand steken. Want
God heeft hen ertoe aangezet om zijn plan uit te voeren, zodat ze allemaal met hetzelfde doel voor ogen hun macht aan het beest overdragen, tot wat God gezegd heeft werkelijkheid wordt.”
(:16,17)
Kunnen wij ons zoiets voorstellen? Ja, heel makkelijk zelfs. In onze tijd zien wij al dat er een grote mate van verdeeldheid en onderlinge haat bij de islam is, onder andere tussen Sji-ieten en
Soennieten.
„Op al mijn bergen zal ik het zwaard tegen Gog oproepen spreekt God, de HEER en zijn mannen zullen elkaar met hun zwaard bestrijden.” (Ezechiël 38:21)
„Ik zal alle koningstronen omverstoten en de macht van alle volken breken, ik zal de strijdwagens met hun berijders omverwerpen; de paarden zullen neerstorten en de ruiters zullen elkaar
ombrengen.” (Haggaï 2:23)
„De HEER zal op die dag zo’n paniek onder hen zaaien dat ze elkaar beetgrijpen en slaags raken.” (Zacharia 14:13)